Lusitanos – het ras en zijn kenmerken
Lusitanos zijn echte barokpaarden, dwz. stonden bijzonder tijdens de barok in de belangstelling, met name vanwege hun houding en gangen, die pasten bij de overdaad die het barokke tijdperk kenmerkten. In Portugal worden de merries met hun veulens in grote kuddes gehouden, die praktisch het hele jaar buiten lopen en grote graslanden ter beschikking hebben. Veel stoeterijen bevinden zich aan de oevers van de Taag (Tejo), waar het gras in de zomer niet al te dor wordt. Desalniettemin is de begroeiing vrij schraal en wordt gras met allerlei kruiden en houtachtige planten afgewisseld. De paarden moeten echt hun kostje bij elkaar scharrelen en krijgen zo geen kans overvoerd te raken. Ook een teveel aan eiwit komt hier niet voor. Dit kan problematisch zijn voor paarden die direkt vanuit Portugal naar Nederland gehaald worden; het eiwit- en energierijke voedsel hier kan problemen zoals koliek veroorzaken.
De belangrijkste kernmerken
Gezegd moet worden dat paarden van verschillende stoeterijen vaak onderling meer verschillen dan bij andere rassen gebruikelijk is. Zo is een Veiga-paard qua type heel anders dan een Andrade-paard of een Alter. Lusitano’s zijn rechthoekspaarden. Dit houdt in, dat het lichaam van boeg tot staart en van schoft tot de grond een rechthoekige (en geen vierkante) vorm heeft. Door de relatief lange benen van de Lusitano ligt hij dichter bij een vierkantspaard dan bijvoorbeeld de Lipizzaner. De hengsten hebben gemiddeld een stokmaat van zo’n 1.60 m, hoewel er ook exemplaren van boven de 1.65 m en onder de 1.55 m rondlopen. Bij de merries ligt de gemiddelde stokmaat ongeveer 5 cm. lager. De meeste Lusitano’s zijn schimmels, bruinen en zwarten zijn ook geliefd. Zeldzamer (maar ook niet zo geliefd) zijn vossen, palomino’s en valkkleurigen. Witte aftekeningen zijn toegestaan, bont komt niet voor. De Lusitano is al eeuwenlang gefokt als rijpaard, met nadruk op wendbaarheid (met name voor stierenvechten en oorlogen) en comfortabele gangen. Hierdoor zijn zowel de gangen als het temperament zeer aangenaam. Doorzitten in draf is een “must” bij deze paarden, in alle gangen verzamelt zelfs het jongste paard al automatisch. Verzamelde gangen zoals piaffe en passage zijn heel makkelijk aan te leren – wat als nadeel heeft, dat veel ruiters niet kunnen wachten tot het paard er geestelijk en lichamelijk aan toe is. Een 4-jarige die te koop wordt aangeboden met als aanprijzingen “kent piaffe, passage en spaanse pas” moet u dan ook enigszins wantrouwend bekijken. Wel is het zo, dat het ene paard sneller aanwijzingen geeft, dat het klaar is voor bepaalde zwaardere oefeningen dan het andere. Hengsten houden is met deze paarden een stuk minder problematisch dan bij veel andere rassen. Doordat de hengsten tot en met hun 3e levensjaar in grote kuddes lopen, zijn ze heel sociaal. Verder zijn de Lusitano’s altijd al geselecteerd op karakter; een paard wat zich niet kan concentreren bij het werk (zoals stierenvechten – waar fouten dodelijk kunnen aflopen!) wordt uitgeselecteerd. Hierdoor laten ook hengsten zich niet snel uit hun concentratie brengen. Feit blijft wel, dat ook deze paarden het best zo sociaal mogelijk moeten worden gehouden – dus niet de rest van hun leven afgezonderd in een box doorbrengen.
Volgende uiterlijke kenmerken horen bij het ras:
· Edel, droog hoofd met vaak een ramsneus, met alle varianten tussen een bijna recht en een sterk convex gebogen neusbeen.
· Een lange, gebogen hals die vrij hoog en recht uit de borst komt
· Een sterke, schuine schouder die veel bewegingsvrijheid biedt
· Een duidelijke, brede schoft
· Een sterke, rechte rug met een mooie ronde overgang naar de lendenen
· Lendenen en achterhand vormen één licht convex gebogen lijn, waarbij de kroep niet te steil mag aflopen
· Lange, rechte, harde en droge benen, met krachtige maar niet al te zware botten en harde, vrij steile hoeven