Veedrijvers en Stierenvechters..
En dan vooral dat laatste; Een hot item..
Laat ik allereerst even heel duidelijk stellen dat wij pertinent GEEN voorstander zijn van stierenvechten!
Hier komen we op een teer punt. Maar, wie zich verdiept in de Lusitano’s en wie interesse in Portugal heeft komt er niet onderuit, dan kom je het onderwerp geheid tegen.
De lusitano staat natuurlijk onder andere bekend als een stierenvechterspaard bij uitstek. Dit als gevolg van de snelheid en wendbaarheid van het dier, en daarnaast de ongelooflijke moed.
Daarnaast is het een omstreden traditie in Portugal waar (veel) Portugezen nog steeds trots op zijn. Ook in de familie van onze fokker Teixeira komen stierenvechters voor . (één van zijn ooms was zelfs een gerespecteerd stierenvechter).
Dus ga je om met Lusitano’s of met Portugezen in het algemeen, dan kom je hier altijd wel op een manier mee in contact.
Zo overkwam dat ons ook. ‘Onze fokker’ Teixeira fokt, naast prachtige lusitano’s, namelijk ook stieren. Deze stieren zijn erg imposant (hoewel ze overigens wel veel kleiner bleken dan wij verwacht hadden). Die dieren worden uitstekend verzorgd, en krijgen, indien nodig, elke dag krachtvoer bij. (voor ons bijzonder om mee te gaan om de stieren te voeren, terwijl de kudde merries zelf maar zijn kostje op moet scharrelen!) Prachtige dieren, zoveel kracht en schoonheid als ook daar weer af straalt! Uiteraard ben ik zeer ‘anti-stierenvechten’, laten we dat even duidelijk stellen. Maar door het contact met Teixeira en Portugal in het algemeen is mijn visie wel iets minder zwart wit geworden.
Ten eerste is het heel bijzonder om te zien waar de Lusitano’s nou eigenlijk voor gefokt worden. Er wordt natuurlijk altijd over de veedrijverslijn en de stierenvechterslijn gesproken, maar het is bijzonder om daar een reëel beeld bij te hebben. Wij zagen hoe de koeien en stieren verweid moesten worden, en hoe dat in zijn werk ging. (onze merries Unica en Dourada hebben dit werk gedaan). Een bijzonder gezicht; in eerste instantie zag het er gemoedelijk uit; de kudde dieren verplaatste zich en de ruiters rijden er rustig in stap bij. Soms lukt het verweiden op deze manier en is het een koud kunstje. Maar als de kudde koeien om de een of andere reden de benen neemt, en ook nog eens ergens een omheining plat walst (want in platwalsen zijn ze goed die koeien), dan moeten de paarden van het ene op het andere moment in vliegende galop rond de kudde, om te proberen deze de goede richting weer in te drijven. Eventuele obstakels en zelfs half geknapte omheiningen mogen hier geen vertraging in aanbrengen. (ineens begrepen wij waarom Dourada zo veel littekens op haar benen heeft). Dan moet er net zo lang gewerkt worden tot de kudde weer ‘in het gareel’ is en de kudde de goede kant op gaat. Soms gaat dat snel, maar het kan ook uren aanhouden en dan kunnen de paarden dus niet rusten oid. Hard werken dus als het tegenzit! Hiervoor heb je dus gehoorzame en moedige paarden nodig, met een goede conditie en een hoge werkwilligheid. Ook geeft het heel mooi een verschil aan in de Portugese en onze wereld; in Portugal zijn deze paarden echt werkpaarden. De ruiters zijn echt niet allemaal enthousiaste paardenmensen, maar ze hebben gewoon een paard nodig om hun werk te kunnen doen. En dat een paard wat daadwerkelijk voor het veedrijven is gebruikt dressuurmatig meestal weinig geleerd heeft verbaasd dan ook totaal niet meer; immers, als de kudde de verkeerde kant opgaat, maakt het dan nog uit of je paard tegen de teugel in komt bij het aanspringen, en of hij vervolgens de linker- of de rechtergalop pakt? Nee natuurlijk, als je maar snel je doel bereikt, dat is van belang!
Dan de stierenvechters…
Één keer zijn wij in Portugal mee geweest naar een stierengevecht. Ik wilde eerst perse niet, maar aan de andere kant wist ik ook weer niet waar ik over praatte zonder er ook maar iets van te hebben gezien. Dus besloot ik mee te gaan en gewoon weg te lopen wanneer ik dat maar wilde.
Eerst kwamen de ruiters en de paarden in de baan; prachtig versierd en gevlochten, prachtige kostuums en zelfs van die pluimen op hun hoofd! Wat mooi om de Lusitano eens zo ‘in het echt’ te zien (wij maken onze paarden wel mooi voor shows, maar dat is natuurlijk toch wel even wat anders).
Later toen de stier in de ring was kwam er één ruiter te paard bij, nu zonder tierlantijnen op zijn hoofd. Hij daagde de stier uit, en reed daadwerkelijk hele knappe dressuuroefeningen . Door bijvoorbeeld te piafferen daagde hij de stier uit om aan te vallen, en als de stier later achter het paard aan kwam draaide hij soms een dubbele pirouette net voor de stier langs. Dit was wel heel spannend om te zien, regelmatig gingen de horens van de stier nog door de staart van het paard. Het paard zag je echt meedenken en tussen ruiter en paard was er heel duidelijk sprake van teamwork. Dat was heel bijzonder om te zien. Er wordt ook heel zorgvuldig met de paarden om gegaan. Dit is voor de ruiter van enorm belang want stel je maar voor; de opleiding van een stierenvechterspaard duurt ook jaren en een goed opgeleid stierenvechterspaard is goud waard. Daar zijn ze echt heel zuinig op. Maar wel kan ik me voorstellen dat als jij de horens van de stier in de staart van je paard hebt, dat je je beenhulp om te versnellen wat harder zult geven dan wanneer je in een dressuurproef moet verruimen; immers, je kan het niet riskeren dat hij dan net even een keertje niet reageert natuurlijk.
Het gevecht op zich is helemaal niets voor mij, maar het was wel heel boeiend om te zien wat een rijkunst er wel getoond werd. Bovendien had ik er een voorstelling bij dat het publiek komt om die arme stier te zien bloeden, maar dat bleek totaal niet het geval. Het publiek juicht telkens als ruiter en paard een knappe actie neerzetten. In het algemeen draaide het helemaal niet om het ‘stuk’ maken van de stier, maar om de behendigheid van ruiter en paard. Het is zelfs zo, dat als de ruiters het niet goed doen met de stier en de prikkers niet op de juiste plek komen (waardoor ze meer bloeden), ze uitgefloten worden. In het totaal duurde het gevecht een minuut of acht denk ik.
Daarna kwamen de ‘forcados’, een groep mannen zonder enig wapen, waarvan de voorste zich door de stier op de horens laat nemen, de rest moet dan bijspringen om met blote handen de stier tot stilstand te krijgen. Het lijkt er op dat deze mensen levensmoe zijn want het is echt levensgevaarlijk en er komt ook wel eens iemand bij om. Maar zoals het Portugal betaamd is eer en trotsheid troef en dat is belangrijker dan het gevaar wat je loopt. Dit schouwspel duurt overigens ook maar kort.
Daarna gaat de stier de ring uit en wordt hij naar het slachthuis gebracht. (dit is een groot verschil met Spanje waar de stier volledig uitgeput wordt, zoveel mogelijk bloed moet verliezen om zwak te worden en vervolgens in de ring gedood wordt). Een stier die bijzonder goed heeft gevochten gaat heel soms niet naar de slager, maar wordt ingezet voor de fok. Dit is voor de fokker een enorme eer en het gebeurt maar een paar keer per jaar.
Ik ben nog steeds zonder meer tegen het gevecht, echter blijkt het wel wat anders in zijn werk te gaan dan ik verwacht had, en duurt het ook veel korter dan verwacht. Daar staat tegenover dat het leven dat deze stieren lijden tot het moment dat ze naar het gevecht gaan bijzonder dierwaardig te noemen is. Ze brengen de eerste 4 jaar van hun leven door in de velden en onder de kurkbomen, waar ze ook nog eens perfect bijgevoerd worden. Ons viel het zelfs op dat de stieren in het veld beter verzorgd worden dan de kudde merries die zich maar moeten zien te redden zonder bijvoer etc.
De stieren zijn (of eigenlijk waren, want momenteel zijn de prijzen erg laag) heel kostbaar. Als fokker draagt een stier jouw brandmerk en daar ben je trots op. Dus moet de stier mooi en in goede conditie zijn. Het fokbeleid is wel geheel gericht op het ‘gevecht’. Één keer per jaar worden de moederdieren getest om te kijken hoe agressief ze zijn. De meest agressieve koeien worden vervolgens behouden en ingezet voor de fok.
Hoewel ik nog steeds tegen het principe ben en het verdrietig vind dat dieren zinloos lijden, moet ik wel zeggen dat ik er wel anders tegenaan ben gaan kijken. Een stierkalf komt in Nederland niet verder dan een box en de meeste zien nooit van hun leven een weiland en worden in de leeftijd van een half jaar tot een jaar geslacht. Dat afgespiegeld tegen een geweldig leven van ongeveer 4 jaar met een naar einde doet mij nadenken waar ik, wanneer ik een stier zou zijn, voor zou kiezen als ik daartussen kiezen mocht.